Afbeelding bij artikel
Moeten in het kader van COVID-19 de hele dag alle ramen op scholen openstaan?
zaterdag 04 december 2021
Body tekst

Moeten in het kader van COVID-19 de hele dag alle ramen op scholen openstaan?

Het continu ventileren met alle ramen open is op scholen niet noodzakelijk, ook niet in verband met COVID-19! Scholen moeten wel ervoor zorgen dat ze de binnenlucht voldoende kunnen verversen door middel van de aanwezige voorzieningen voor luchtverversing.

In veel gevallen houdt dat in dat er op het juiste moment begonnen moet worden met ventileren bijvoorbeeld:

  • door middel van het (extra) openen van (klep)ramen die zich hoog in de gevel bevinden

  • is er een CO2-gestuurd ventilatiesysteem aanwezig welke vanzelf begint met ventileren zodra dit nodig is.

Het is dus belangrijk dat een school weet hoe het in hun specifieke situatie zit, en dat docenten daarover goed geïnformeerd en geïnstrueerd zijn.

Maar hoe weet je nu hoe het op jouw school zit?

Stap één is om eerst te weten te komen welk type ventilatiesysteem in het klaslokaal aanwezig is. Dit kunnen ruwweg vier type systemen zijn. In het onderstaande plaatje hebben wij ze alle vier weergegeven.

 

Afbeelding verwijderd.

verschillende ventilatie systemen

Systeem A

Natuurlijke ventilatie, in de praktijk zullen hier het vaakst de ramen open moeten staan. Dit systeem is volledig afhankelijk van het openen van (klep)ramen en roosters.

Heb je dit systeem in je school, dan werkt het goed om door middel van een CO2-meter te zien wanneer je moet beginnen met ventileren. Laat de kleine gevelroosters(dauerlufters) bovenin het kozijn standaard altijd open staan.

Geeft de CO2-meter een groen ledje aan, of is de CO2-concentratie onder de 1000ppm dan wordt er voldoende geventileerd en hoef je nog geen (aanvullende) ramen te openen.

Loopt de CO2-concentratie op tot boven de 1000 ppm en/of gaat het oranje ledje branden dan is het verstandig om aanvullend te gaan ventileren.

Dit doe je door middel van het openen van de klepramen bovenin het kozijn of de draai/kiepramen in kiepstand. Gebruik daarvoor de (klep)ramen waarvan de onderzijde zich ten minste 1,80 meter (bij voorkeur 2,40 meter) boven de vloer liggen. De lucht van buiten komt dan bovenin het lokaal binnen, en kan zich goed vermengen met de warme binnenlucht en opgewarmde lucht van de radiatoren. Dit voorkomt tocht- en kouklachten. Zorg er dus ook voor dat deze radiatoren warm genoeg staan. Worden ze niet warm? Vraag dan de installateur om de stooklijn te verhogen zodat het CV-water heter wordt.

Blijft daarna de CO2-concentratie nog doorlopen totdat het rode ledje gaat branden. Begin dan met aanvullend luchten/spuien door deuren en ramen tegenover elkaar open te zetten. Bij voorkeur doen we dit luchten/spuien tussen de lessen door of in de pauze. Tijdens de les zijn spuiramen dicht met het oog op koude en tocht. Doe dit spuien kort maar krachtig, zodat de lucht snel wordt ververst en het lokaal niet onnodig afkoelt.

Dit zijn meestal de ramen die zich vlak boven de vensterbank bevinden (onderzijde lager dan 1,8 meter boven de vloer).

 

Klepraam

 

 

 

Afbeelding: Over het algemeen zijn ramen bovenin het kozijn om te ventileren, draairamen in het midden van het kozijn zijn om te luchten/spuien tussen de lessen door of in de pauze(s).

 

Systeem B of C

Is er sprake van een deel mechanische en een deel natuurlijke ventilatie. Bij dit systeem moeten vaak ook nog steeds ramen bediend worden voor aanvullende ventilatie. Doordat de mechanische (actieve) ventilatie continu geforceerd lucht afzuigt of inblaast, is het iets minder snel nodig om aanvullend extra ramen open te gaan zetten.

Controleer hier met de CO2-meter in de klas.

Loopt, ondanks de actieve ventilatie, de CO2-concentratie toch op tot boven de 1000 ppm. Start met aanvullend ventileren door middel van klepramen en draai/kiepramen in kiepstand. Gebruik daarvoor de (klep)ramen waarvan de onderzijde zich ten minste 1,80 meter (bij voorkeur 2,40 meter) boven de vloer liggen. Laat gevelroosters (dauerlufters) continu open staan.

Wordt het te koud in de klas? Zet de verwarming dan hoger.

 

Systeem D

Wordt er volledig mechanisch (actief) geventileerd. Zowel de ingeblazen lucht als ook de afgezogen lucht worden dan automatisch geregeld. In de praktijk hoeven de ramen bij een dergelijk systeem meestal niet extra open, tenzij het systeem de benodigde capaciteit niet aankan. Dit type systeem kan soms voorzien zijn van een CO2-gestuurde regeling waardoor de ventilatie automatisch optoert als er meer CO2 (t.g.v.  uitgeademde lucht) in het lokaal aanwezig is. Zou je bij een dergelijk systeem gelijk ’s ochtends al ramen openzetten, dan begint het systeem te laat of überhaupt niet met ventileren omdat de CO2-concentratie laag blijft. Dan kan het zijn dat  je soms in de praktijk dus slechter aan het ventileren bent dan wanneer je  je de ramen dicht had gehouden. Ook komt er zo onnodig koude lucht het lokaal binnen.

Bij systeem type D is het nog steeds verstandig om door middel van een CO2-meter in de klas te controleren of er voldoende geventileerd wordt, en wanneer het nodig is om aanvullend te ventileren en te spuien/luchten tussen de lessen door en in de pauzes.

 

Samen aan de slag op school

Zorg er als school dan ook voor dat je de docenten in de klas goed instrueert over het correct en tijdig gebruik van de aanwezige voorzieningen.

Kenniscentrum Ruimte-OK heeft samen met de sectorraden voor PO en VO hiervoor de handreiking Optimaal ventileren op scholen opgesteld. Hierin wordt stap voor stap wordt uitgelegd hoe scholen tot optimale ventilatie kunnen komen. Achterin de handreiking (bijlage 4) is tevens een voorbeeldinstructiekaart te vinden die zichtbaar in het klaslokaal opgehangen kan worden.

 

Ondersteuning bij Ventilatie op Scholen

Heeft u vragen over ventilatie op scholen of ondersteuning nodig? Bekijk dan hier het programma; Eerste hulp bij ventilatie op scholen of neem direct contact met ons op via 085–1304036 of info@ruimte-ok.nl
 

Ferdie van de Winkel
Expert bij Ruimte-OK